Get all 11 Sir Ian releases available on Bandcamp and save 20%.
Includes unlimited streaming via the free Bandcamp app, plus high-quality downloads of Vuist Boven De Grond, Live in Arminius, To The Woods (Songs from the Play) EP, Live at Bimhuis, II, Live at Havenkwartier, Apathology, Populism, and 3 more.
1. |
Drie Stenen
02:06
|
|||
2. |
Als Het Zo Waait
02:59
|
|||
Als het zo waait
Graag zie ik na de dood mijn geest
door het gesloten venster zweven
en dalen waar ik in mijn leven
als kind gelukkig ben geweest.
Daar zal de wind van vroeger waaien
en het onbestaande lange
gras mijn weggeraakte wangen
lange gras mijn wangen aaien.
Zal ik daarin jouw hand ontdekken
of afwezig blijven zoeken
naar jou zelf van toentertijd
maar overal alleen die gekke
echte aanwezigheid vervloeken
van vals gekleurde eeuwigheid?
|
||||
3. |
Een Psalm Voor Elkaar
04:22
|
|||
Een psalm voor elkaar
Wij zijn elk een bundel
vol wonderen, bijna waterdicht,
hier en daar een beetje bol
maar onvertoond en onbelicht,
wij zijn innig bonte bossen
raadselen die elkaar zo graag
ernstig trachten op te lossen
maar ze zijn elkaar te vaag
en wordt op dierbare ogenblikken
een blinde poging wild gedaan
om zo’n buidel door te prikken
dan kan een nieuw buideltje ontstaan
en begint het raadseldikke
wonder weer van voren af aan.
|
||||
4. |
Onze Tijd
02:32
|
|||
Onze tijd
Ik streel je grijze haren,
wat heb ik je aangedaan?
Toen we nog jong genoeg waren
de tijd niet stil doen staan?
Dan, als ik je schouders streel
voel ik dezelfde vrede
die ze al zo, hoeveel
jaren al met mij deden
zoals muziek met mij doet,
alleen met muziek te beschrijven
hoe ik niets anders wil
want de wereld wordt dan zo zoet
als onze twee warme lijven.
En de tijd staat stil.
|
||||
5. |
September
03:31
|
|||
September
Nog eenmaal door de weide,
nu bijna waterdiep,
ruisend voort schrijden,
badend in grasgezwiep;
en binnen, door horregazen,
nachtwind voelen, de koeien
horen ademen en grazen
of zachtjes bonkend stoeien;
nog eenmaal een teruggekeerde
stem en verwaaide taal
van een reeds tot mest verteerde vriend,
nog eenmaal.
|
||||
6. |
Varen
02:37
|
|||
Varen
Een voor een varen de schepen
hun verlaten haven uit.
Ze maken haast geen geluid
want ze laten zich slepen.
Met nog maar twee drie boten
is de haven te weinig waard
en wordt gesloten.
Laat varen wat vaart.
jaren en jaren
varen en varen
|
||||
7. |
Kort Dag
02:02
|
|||
Kort dag
Vijf p.m. De zon bloedt zich al dood
en zinkt onder bij gebrek aan kracht
maar verft nog onze kamers rood
want in Holland is het middernacht.
That’s what I was writing here
in Fort Worth, for no specific reason
but four past five and in a lonely season
want in Holland is het twaalf uur vier.
Zo bleef de aarde wentelen deze weken
met miljoenen oliepompen neukend in haar korst
en haar vervuilend en verdampend water
terwijl de zure machtigen nog spreken
maar al versmachten en verbleken van de dorst
want overal is het nu uren later.
|
||||
8. |
Wat Zou Ik Doen
03:08
|
|||
Wat zou ik doen of doe ik dat al
Door mijn geliefde verlaten
onder het brekende dak
van een geleegde kazerne
(takken door gaten stekende
verliezen hun bladeren weer)
voetstappen van haar
een keer per jaar langs gaand
en zij roepend maar niet verstaand
door ijzige zwartgezaagde
steekbeesten gevoerd
en telkens hun ongevraagde
steenslag weer opgeboerd
‘s nachts onder een gebarsten
en holle brullende maan,
daags onder fijngeknarste
zonpoeder stuk gedaan,
met een pen die niet kan schrijven
door mijn handpalm heen gegroeid,
en met ogen vol gruis, te vermoeid
om open en dicht te blijven
zou ik nog luisteren naar
het fluisteren van de wind
en het rinkelen van de ringen,
zolang ik ten minste blijf weten
dat daaraan gordijnen hingen
van haar, ook al zijn ze versleten
en korte jaren geleden
op de grond gestort.
Wel zal ik de stofwolk vergeten
die ze toen opwierpen.
|
||||
9. |
Toen Ik Twaalf Jaar Was
02:11
|
|||
Toen ik twaalf jaar was...
Toen ik twaalf jaar was
hield ik het meeste
van bossen vol beesten
en van slapen in het gras.
Daar staan nu huizen, want
dat was duizend jaar geleden.
Wat bos was en weiland
is nu bebouwd en bereden.
Was ik maar een kilometer
lang, dan kon ik alles beter
overzien en misschien verdragen,
en dan kon ik mij vol behagen
uitstrekken over die daken
en die woninkjes fijn kraken
alsof ze schelpjes waren,
hun huisdiertjes uit mijn haren
kammen, miertjes die zo merkwaardig
menselijk waren
maar zoveel aardiger
zoals ook de wereld leek
wanneer ik de Dom
van Utrecht beklom
en omlaag keek.
|
||||
10. |
Uit Slaapwandelen
03:32
|
|||
Uit slaapwandelen
Schemering.
De boot vertrekt.
De drenkeling
is niet ontdekt.
In de woningen sluit
men lange gordijnen.
De schimmen verdwijnen.
Het licht gaat uit.
Ogen gaan dicht.
Tegen de ruiten
duwt wind, buiten.
Het weerlicht.
De bloemen sluiten
zich nog wat meer.
De zinkende
is ook vermoeid;
neerdrinkende
hikt hij zijn ik
uit en vervloeit.
Alles wacht
slapend van hoop
op de afloop
van de nacht.
Slechts ik weet niet waar
ik ons echtelijk bed
het slaperigst zet:
onopzoekbaar
in zulk dicht bos
dat ons bang laken
in takken blijft haken
en geen storm krijgt het los,
of tussen de lissen?
Tussen bomenhoog riet
komen dode vissen.
Levende niet.
Weg dus van daar
droom ik alles naar strand.
Ook Tineke, met haar
hand in mijn hand.
Wind puilt onze deken
omhoog tot een zeil.
De golven breken
het houtwerk, terwijl
zij, een weke
zuil van zacht kant,
uit het hoofd gaas laait
als een bleke brand,
en omwaait.
Als mij ooit een maagd,
met hoe lange ogen
ook, bijna vraagt
mee te mogen,
opdat zij zoet
aan onze zijde
lere van ons beide
wat God van haar moet,
dan berg ik haar hoofd
zo in dit gedicht
dat haar gezicht
ervan verlooft
en zij ontwaakt
in ons genot,
mede door God
aangeraakt,
ook als intussen
reeds onder de grond
we elkanders mond
vol aarde kussen,
want wie wijs luistert
hoeft niet op reis:
het paradijs
fluistert
overal.
Goede nacht.
Val
zacht.
|
||||
11. |
Drie Manieren
01:34
|
|||
Drie manieren
1
Er is een landschap dat nog niet bestaat
waarin ik lijfloos rond wil lopen.
Ik ruk de loodzware gordijnen open
en daar is het inderdaad.
2
Ik denk aan jou vaak als degene
waarvan de stem zelfstandig spreekt
en het nabeeld nooit verbleekt
in mij nadat ik ben verdwenen.
3
Het sterven past bij ieder weer:
de sneeuwvlokken stilstaand halverwege,
of het eeuwig ruisen van de regen
wanneer het regent voor de laatste keer.
|
Sir Ian Rotterdam, Netherlands
Sir Ian is a songwriting alter-ego of musician and singer Bart Hoevenaars from Rotterdam, Netherlands. After having released two albums with Dutch indie-rockband MONO, Hoevenaars started working on more personal, introspective and melancholic songs as Sir Ian. Debut album 'Apathology' was released in february 2010. Second album "II" was released on the 18th of january 2014. ... more
Streaming and Download help
If you like Vuist Boven De Grond, you may also like:
Bandcamp Daily your guide to the world of Bandcamp